Oermoeder

“Ben jij een oermoeder?” Vroeg laatst een andere moeder aan mij. Intuïtief antwoordde ik mijn hoofd “nee”. Hardop zei ik “mwoah”. Vlak daarvoor had ik me zonder aanleiding verdedigd over het feit dat ik 32 uur per week werk. De moeder tegenover me viel ook niet in de categorie oermoeder. Vrouwen die zichzelf ook intuïtief een niet-oermoeder noemen weten wat ik hiermee bedoel.
Ik ben nu bijna 6 maanden moeder van een heerlijk zoontje. Langzamerhand heb ik het gevoel alles op de rit te hebben. Dat ik een redelijke balans in mijn relatie en in de verhouding moeder/partner/vriendin heb gevonden. Nu ik in contact kom met andere moeders merk ik vaak dat ik me moet verdedigen. Waarna mijn fijne gevoel van balans ineens niet meer zo fijn voelt.
Mijn keuze om 32 uur te werken bijvoorbeeld. Of toen ik na 5 weken stopte met borstvoeden. Ook al wordt het niet (helemaal) uitgesproken; ik voel aan alles dat de moeder tegenover mij duidelijk een andere mening heeft en eigenlijk vindt dat haar mening de enige juiste is.
Dit is als nieuwe moeder lastig om mee op te gaan. Het gaf mij een enorm onzeker gevoel en een groot schuldgevoel. Tot ik me, na het gesprek met mede-niet-oermoeder, laf voelde.
Laf omdat ik niet trots durfde te zijn op de moeder die ik ben. Dat ik niet durfde te staan voor mijn keuzes in het moederschap.
Vanaf dat moment was ik in één klap klaar met dat onzekere gedoe. “Ik ben Lisa en ik ben geen oermoeder”. Wel hou ik zielsveel van mijn zoontje en heb ik het allerbeste met hem voor. Ik vul het moederschap in zoals ik denk dat het moet. Met altijd de beste intenties voor mijn zoontje. Dat is volgens mij het aller, aller, allerbelangrijkste.