Sst..

Soepel als een gazelle sluip ik de trap op. Althans, dat was het plan. Het is donker, ik doe ook het licht niet aan omdat ik bang ben mijn twee schatten die nu nog rustig slapen daarmee te wekken. Nadelig is dat ik dus niet goed zie waar ik loop. Als eerste stap ik met mijn blote teen in een natte vaatdoek die op de trap ligt, klaar voor de wasmand. Ik onderdruk een onwenselijk woord en vervolg mijn weg, mijn grote teen in de lucht houdend omdat ik anders de trap onder smeer met yoghurt en met de vieze vaatdoek in mijn hand.
Welke trede kraakt ook alweer? Oh ja deze, het geluid is bijna oorverdovend door de stilte die heerst op de eerste verdieping. Ik bevries.. hoor ik daar een kind? Gelukkig ben ik bovenaan de trap gekomen. Waar de wasmand stond met keurig opgevouwen jurkjes maat 80 en onderbroeken maat 98. Ik knal er tegenaan (WAAROM oh WÁÁROM staat dat ding precies DAAR) en hij valt om. ik kan de keurige setjes natuurlijk niet oppakken door yoghurthanden en schuif de hele boel dus maar opzij met mijn ene schone voet. Morgen weer een dag probeer ik optimistisch te blijven, en arriveer in de badkamer.
Met alleen het licht van de lantaarnpaal naast het huis weet ik mijn lenzen in de bakjes te krijgen, mijn tanden te poetsen en mijn bril op te zetten. Ik ben trots op mezelf. Ik hoor mijn dochter een beetje miemelen. Miemelen is niet erg. Miemelen is niet wakker. Als ik op een been probeer te gelijker tijd mijn pyjamabroek aan te trekken en mijn sokken uit val ik om. Tegen de verwarming aan. De botsing galmt via de buizen door het huis. Mijn dochter begint te kletsen. “Dadada” hoor ik. Kletsen is niet erg. Na kletsen kun je gerust weer in slaap vallen.
In slaapkledij vervolg ik de weg naar ons bed op zolder. Een paar krakende treden later schuif ik onder de comfortabele dekens. Ik luister goed: alles is stil. Mijn schouders ontspannen en ik zucht. Ik kijk op mijn klokje. Het is 23:03. Het traject “naar bed gaan” heeft me 17 minuten gekost. Best netjes.
Mijn ogen zijn nog niet dicht of manlief besluit óók te gaan slapen. Het licht in de hal beneden gaat aan. Hij gaat naar de wc. Duidelijk te horen, de deur staat nog open en het geklater is niet te missen. Hij trekt door. Deur nog steeds open. Vervolgens komt hij met zijn lompe maat 45 en schoenen nog aan de trap op. Hoor ik mijn dochter nu? Ik weet het niet zeker. Manlief vloekt binnensmonds omdat hij bijna uitglijdt over de keurig opgevouwen doch over de hal verspreide kinderkleding dus ik kan het niet goed horen. Het licht in de badkamer gaat aan. Het verspreid zich over de verdieping. Ja ik hoor mijn dochter. Ze komt boven het geluid van wild tandenpoetsen (en uitgebreid naspoelen) uit.
Een paar minuten later arriveert de man op zolder. Hij gebruikt zijn telefoon als lampje. Ik vraag me af waarom. Uit beleefdheid doe ik alsof ik slaap. Je moet zo’n poging natuurlijk niet ontmoedigen. Hij gooit zijn schoenen in de hoek en sluit zijn telefoon aan. Geluid stond natuurlijk nog niet uit *PING*. Terwijl hij in bed ploft begint dochterlief wat te dreinen. Dreinen is niet goed. Dreinen wordt vaak huilen. Naast me rolt M zich in de dekens, zucht en is direct vertrokken. Ik kijk op mijn klokje. Op het moment dat het gesnurk aanwakkert springt deze op 23:05. Het hele huis is stil. Iedereen slaapt. Behalve ik.
Vond je dit bericht leuk? sluit je aan bij meer dan 1.200 moeders uit Arnhem!