Marikenloop – moederdochterloop
Mijn dochter Elize is enorm sportief. Nu is dat niet heel verwonderlijk als je ouders dat ook zijn, maar het is zeer zeker ook niet vanzelfsprekend. Ik ken namelijk genoeg kinderen die niet vooruit te branden zijn en die je eerst moet omkopen voordat ze überhaupt zichzelf in beweging willen zetten. Elize niet hoor, dat is soms net een stuiterbal en die vindt bewegen heerlijk. Toen ze twee jaar oud was vond ze het al leuk om met mij aan de hand een stukje te rennen en toen ze 4,5 jaar oud was liep ze (wandelend) met gemak tien kilometer en meer. Misschien met een klein beetje geklaag rond de tien kilometer, maar ook met ontzettend veel plezier. Ach, met dat vele geklets van haar waren die kilometers ook zo voorbij.
Toen ze vijf jaar oud was liep ze samen met haar vader aan de hand haar eerste hardloopwedstrijd. Gewoon hier in Arnhem de kinderloop van de Bridge to Bridge, maar ze deed toch maar mooi mee. Haar snelheid was destijds 8 km/u. In 2013 liep ze een snelheid van 10,92 km/u en vorig jaar liep ze 11,55 km/u. Tussendoor deed ze mee aan een hardloopwedstrijd in onze wijk, werd ze het derde meisje en won ze een beker. Heerlijk om de trots in de ogen van zo’n klein meisje te zien en haar te zien groeien.
De aanloop naar de wedstrijd
Sinds een jaartje ga ik regelmatig met haar hardlopen. Het streven is twee keer per week, maar dat is niet standaard helaas. Vaak komt er toch wat tussen en de afgelopen maanden zat ik slecht in mijn vel waardoor het voornamelijk voor mij een opgave bleek te zijn. Gelukkig voor haar nam haar vader haar af en toe mee. Na het lopen kwam er wel enigszins geklaag, want papa loopt veel harder en langer dan mama, maar verschil moet er wezen. Het voordeel was dat Elize gewoon door kon blijven trainen, want in februari ergens heb ik ons tweetjes opgegeven voor de Marikenloop in Nijmegen. Ze moest dus wel die vijf kilometer al een paar keer hebben gelopen. Hoewel ik dus vaker niet dan wel met haar kon lopen genoot ik enorm van haar aanwezigheid en vergat ik de pijnen waar ik mee te maken had. Steeds weer maakten we foto’s van elkaar en op die manier hadden we een hoop plezier in de kleine rustpauzes. Achter elkaar doorlopen zat er niet in, maar ik had er alle vertrouwen in dat het tijdens de wedstrijd helemaal goed zou komen. De weken voorafgaande aan de wedstrijd kreeg ik steeds meer kiespijn, maar ik heb het laten trekken uitgesteld tot na de wedstrijd. Een grote hoeveelheid paracetamol, ibuprofen en trots heeft me er doorheen geloodst. Overigens speelde mijn beste vriendin daar ook nog een grote rol in.
Meidendag
Zondag 17 mei 2015 was een echte meidendag! Elize keek er al wekenlang naar uit en ik zou liegen als ik zou zeggen dat ik er niet enorm naar uit keek, ondanks de pijn. Vooral de laatste dagen werden we allebei wel wat nerveus. Elize omdat ze niet wist wat ze moest verwachten en ik omdat ik toch niet gerust was op hoe de dag zou gaan verlopen. Om de eindtijd maakte ik me niet druk, ik ging er vanuit dat ze zo’n klein meisje niet zomaar uit de race zouden halen als ze de richttijd van 40 minuten niet zou halen. Mijn eerste wedstrijd was de Marikenloop van 2009. Een paar maanden daarvoor was ik in een gebouw op nog geen 500 meter afstand genezen verklaart na tien jaar ME/CVS te hebben gehad. Het was voor mij een nieuw begin destijds. Ik werd op-een-na-laatste met een tijd van 48:08 minuten, maar wat een overwinning. Het was overweldigend destijds en dat was het dit jaar weer.
Klaar voor de start
Iets na twaalf uur liep ik met haar en mijn vriendin het terrein van de Marikenloop op. Als eerste gingen we onze t-shirts ophalen. Dat een XS nog te groot voor haar zou zijn kon me weinig schelen, want ze heeft een oma die heel goed kleding kan vermaken. Daarna zijn we ons om gaan kleden en iets na enen liepen we het start terrein op. Helaas hadden we de warming up van mijn jeugdidool – Annamarie Thomas – gemist, hoewel ik haar nog wel heb gezien. Nog net zo mooi als toen en belangrijker nog: nog steeds zo sportief en getraind. Heel even heb ik staan dubben om te vragen of ik met haar op de foto mocht, maar durfde het uiteindelijk toch niet. Uiteraard heb ik Elize wel even verteld wie die mevrouw was. Dat dan weer wel! Voor de startlijn werden we meerdere malen aangesproken. Elize ziet er wat jong uit voor haar leeftijd dus ze waren behoorlijk onder de indruk dat ze mee ging lopen. Elize zelf vond het maar vreemd dat ze werd aangesproken, maar mijn hart groeide er van. “Als we onder die boog doorlopen gaan we hardlopen”, fluisterde ik haar toe en ik wenste haar heel veel plezier toe. In gedachten voegde ik er aan toe dat mijn dag eigenlijk al niet meer stuk kon.
Garmin – virtuele partner
Hoewel ik van mening ben dat een kind lekker moet lopen op zijn of haar eigen tempo besloot ik toch gebruik te maken van de virtuele partner op manlief zijn Garmin gps horloge (de mijne heeft die functie helaas niet). De streeftijd was 40 minuten. Zeer beslist haalbaar en zeker niet te snel. Bij de start besloot ik een snelheid van 8,5 km/u aan te houden en maar te zien hoe lang we dat vol zouden houden. Vreemd genoeg vroeg ik me af of ik het wel vol zou houden, niet of zij het vol kon houden. Mijn grootste angst was haar kwijtraken dus wilde ik haar hand vasthouden bij de eerste paar honderd meter. Zoals wel vaker het geval is bleek mijn angst ongegrond en ging het heel erg goed. We werden vaak aangesproken en de mensen langs de kant riepen voortdurend haar naam. Na een kilometer zei ik tegen haar dat als ze wilde wandelen, ze dat wel moest zeggen. Een paar honderd meter voor de drinkpost kreeg ze buikpijn, maar wilde ze blijven rennen. Toen zei ik dat ik moe was en ik even wilde wandelen. Het ambulance personeel dat onderweg stond riepen haar naam en bij de drinkpost zei iemand tegen haar dat ze wel rekening met mij moest houden, want “mama is natuurlijk veel langzamer”. Ze keek me een beetje onzeker aan en ik wreef over haar haren. Te vol met emoties om iets te kunnen zeggen.
Het leek alsof mijn hart op ontploffen stond van trots.
Het was wel duidelijk dat ze het moeilijk begon te krijgen, dus moesten we steeds vaker tussendoor wandelen. Dat maakte absoluut niets uit voor de pret. We haalden nog altijd mensen in en sommigen hoorde ik verzuchten dat ze door een kind werden ingehaald. Niet lullig bedoeld, maar dat vind ik stiekem toch leuk om te horen. Een groot deel van de vijf kilometer gaat door het bos. Het eerste deel is in de afgelopen zes jaar geasfalteerd, maar het tweede, zanderige, gedeelte was heel lastig lopen met haar naast me en ik moest dubbel goed kijken of het wel goed ging. Niet zonder reden, want ik kwam er onderweg genoeg vrouwen tegen die om welke reden dan ook gevallen waren. Hardlopen blijft toch altijd een beetje opletten en als je voor twee moet kijken kost dat wat extra energie.
Op weg naar de finish
Toen we het bos uitkwamen zei ik tegen Elize dat we niet meer zo ver hoefden en ze keek uit naar de finish. Ik zag de vermoeidheid op haar gezicht, maar ze verzette zich ertegen en liep zelfs nog iets sneller. Steeds meer mensen riepen haar naam en moedigden haar aan. Terwijl mijn moederhart nog groter werd, leek zij steeds kleiner te worden. Al die aandacht vond ze maar vervelend en haar naam steeds horen maakte haar wat onzeker. Dat gevoel begrijp ik wel, want ik vind het ook niets als mijn naam geschreeuwd wordt en mensen roepen dat ik harder moet lopen. Dan denk ik: “Als je het zelf zo goed kan doe dan mee!” Later kwam ze daar nog een paar keer op terug, dat ze dat niet zo leuk vond. Misschien moet ik de volgende keer vragen of ze haar naam wel op het startnummer wil. Want een volgende keer komt er zeker! Vlak voor de finish zei ik tegen haar dat we naar Chantal (mijn vriendin) moesten uitkijken, dat ze er ergens moest staan. Op de finishfoto is duidelijk te zien dat ze zoekende is.
Na de finish
Na de finish wilde ik niets liever dan haar knuffelen, maar zij hield me wat af. Dat is haar manier om er mee om te gaan en dat is goed. Iemand die de medailles uitreikte riep haar naam en zei tegen haar: “Die mevrouw wil heel erg graag jouw medaille omhangen, ze vindt het zo goed van jou.” Kijk, dat vind ik nou echt leuk. Terwijl ik de medaille aanpakte van iemand anders ging naast me een vrouw op de knieën om mijn meisje haar verdiende medaille om te hangen. Wederom kreeg ik tranen in mijn ogen. Uiteraard heb ik vol trots mijn man opgebeld en verteld hoe geweldig onze dochter het had gedaan. Binnen de veertig minuten gefinisht! Toen we haar medaille lieten graveren kwamen we erachter dat ze zelfs in de achtendertig minuten heeft gelopen. Moet ik nogmaals vertellen hoe trots ik ben?! Ik ben echt onwijs trots!!! En mijn meisje? Die moest het allemaal even laten bezinken, maar na een paar dagen liet ze me toch wel weten hoe leuk ze het heeft gehad en maakte ze met haar, half jaar oudere, neef al plannen om de 3EM te gaan lopen tijdens de Bridge to Bridge komende september. Mijn planning? De 6EM, maar die plannen gooi ik graag om als zij dat van mij vraagt!
Like Arnhemse Moeders op Facebook voor meer van dit soort verhalen en interviews: