Harde dingen die wij soms tegen kinderen zeggen
‘Je moet naar de dokter, je hebt een waterhoofd’. Het was een kort stukje in een verder totaal onschuldig programma met Jochem van Gelder (zie video onderaan deze blog). Wilco, een zesjarig jongetje, werd aan een ‘leugendetector’ aangesloten en moest semi-gedwongen allerlei vragen beantwoorden. Toen de detector afging zodra hij verklaarde nergens bang voor te zijn, moest hij toegeven spoken toch niet écht een prettig gezelschap te vinden. Hartstikke grappig natuurlijk, maar toen hij sociaal wenselijk ‘allebei’ antwoordde op de vraag van welke ouder hij het meeste hield en het ding afging kreeg ik toch een rare nasmaak. Vooral omdat ik er zelf stiekem ook om moest lachen. Wilco verklaarde toch iets meer van mama te houden, maar besefte dat het niet leuk is om dit te zeggen.
Het is me opgevallen dat wij ouders soms behoorlijk harde dingen tegen kinderen zeggen. Meestal grappend, maar toch klinkt het in mijn ‘volwassen’ oren heel bot. Zo was ik een keer te vroeg bij de peuterspeelzaal. Ik was niet de enige die er vroeg bij was, want een vader was er met zijn dochter ook al aanwezig. We knikten naar elkaar. Er kwam nog een moeder bij staan. Vader en dochter waren aan het dollen en het was duidelijk dat de vader het belangrijk vond om indruk te maken op de andere moeder. Zijn dochter deed vervolgens iets wat de vader niet oké vond, waarop hij, ongetwijfeld voor de grap, ‘ik vind het niet leuk wat je doet, zoek maar een andere papa’ zei. Zijn dochter reageerde gepikeerd en ook daar deed hij lacherig over. Op dat moment brak mijn hart.
In eerdergenoemde video vertelde Wilco dus ook dat hij in de veronderstelling was dat hij naar de dokter moest. Zijn moeder had namelijk gezegd dat hij een waterhoofd heeft. Bij de uitspraak heb ik verder geen context. Maar in elke situatie die ik me kon bedenken vond ik dit ‘grapje’ ongepast. Het liet me nadenken over het feit dat we soms dingen tegen onze kinderen zeggen die eigenlijk misschien wel écht niet kunnen. En eerlijk: ik maak mij ook weleens schuldig hieraan.
Je zou verwachten dat het empathisch vermogen van een persoon alleen maar groter wordt. Dat peuters denken dat de wereld om hen draait weten we allemaal. Maar vanaf het moment dat ze beseffen dat andere mensen ook gevoelens en behoeften hebben, houden ze hier constant rekening mee. Zo ook Wilco. Hij wist dat het niet leuk is voor papa of mama als hij een voorkeur zou uitspreken. Wij maken niet alleen lullige opmerkingen tegen onze kinderen, maar zijn zelfs in staat ze tot gewetensbezwaarlijke uitspraken te dwingen. We proberen onze kinderen zo goed mogelijk op te voeden. Maar als het gaat om menselijkheid en empathie. Dan leren wij misschien nog wel het meeste van hen.
Vond je deze blog leuk? Sluit je dan ook aan bij bijna 1000 moeders uit Arnhem!