Top 5 Meest gehoord tijdens het kraambezoek
Na een bevalling volgt onvermijdelijk het kraambezoek. De grootouders, de broers en zussen die nu ook ooms en tantes zijn, goede vrienden, de ene rare oom, buren, die ene vriendin die je al jaren niet meer hebt gezien en uit beleefdheid een kaartje stuurde… Ze komen allemaal langs de eerste weken. En ook al is het bezoek divers, ze zeggen toch verdacht vaak dezelfde dingen. Hoe ervaart de kersverse moeder al deze uitspraken? En snijden ze eigenlijk wel hout? Hieronder een top 5 van de meest gehoorde opmerkingen van het kraambezoek en hoe je daar een half jaar later tegen aan kijkt.
- “Ik heb hem niet geknepen hoor!” als de baby gaat huilen.
Dan: Vol hormonen en emotie is het al erg genoeg om je gloednieuwe kindje überhaupt aan iemand anders over te geven en dan kan zelfs een grapje al gevoelig liggen. Toch blijft hij maar gemaakt worden… zucht.
Een half jaar later: Nog steeds niet grappig.
- “En? Slaapt hij al door?”
Dan: Wat? Nee. Sterker nog, het is niet eens de bedoeling dat pasgeboren baby’s doorslapen. Ze hebben de nachtvoeding nog nodig om lekker door te groeien. Er schijnen ook baby’s te zijn die vrijwel direct doorslapen, maar deze zeldzame gevallen ben ik nog niet tegengekomen. Niet de ideale vraag om aan een nieuwe moeder te stellen dus.
Een half jaar later: Met een half jaar wordt de kans op doorslapen al aanzienlijk groter, maar garanties zijn er helaas nooit. Informeren naar de slaapgewoontes van de baby is inmiddels wel acceptabel.
- “Wanneer komt de volgende?”
Dan: Als er iets is waar je vlak na een bevalling niet aan moet denken is nóg een bevalling. Zeker bij een eerste kind is je wereld volledig veranderd en je bent compleet verliefd op dat kleine mensje. Je wereld heeft een nieuw middelpunt. Denken aan nog een middelpunt maken is haast onvoorstelbaar op zo’n moment en bovendien ook een hele brutale vraag.
Een half jaar later: Nog steeds te vroeg. Deze vraag blijft worden gesteld tot je daadwerkelijk een volgende hebt gemaakt. Hoezeer het ook je eigen zaak is, mensen blijven verwachten dat iedere moeder wil voldoen aan het gemiddelde aantal kinderen van 2,4. Gelukkig blijft het altijd nog je eigen beslissing.
- “Wat is hij klein!”
Dan: Klein?! Die baby is net door je “geboortekanaal” gekomen, zo klein is hij nou ook weer niet…
Een half jaar later: Als je met je inmiddels zes maanden oude kindje weer bij iemand anders op kraambezoek gaat dan kan je een “ahhhh, wat is ie klein” ook niet onderdrukken. En ja, dat kindje zal nooit meer zo klein zijn als aan het begin.
- “Geniet er maar van, het gaat allemaal zo snel!”
Dan: In de wervelwind van de eerste weken is tijd nogal een relatief begrip. Je slaapt onregelmatig; ’s nachts altijd maar een paar uur achter elkaar, middagslaapjes ter compensatie. Je weet niet meer welke dag het is. Het is een aaneengesloten brei van voedingen, dutjes en kraambezoek. Maar om nou te zeggen dat het snel gaat? Dat zal allemaal wel.
Een half jaar later: Scroll je door je oude foto’s en kan je je niet meer voorstellen dat je kind ooit zo klein was. Ach toen paste hij nog in dat wiegje, oh ja dat super schattige outfitje waar hij al maanden geleden uit is gegroeid en zijn haartjes zijn nu al weer helemaal anders….Zie je een pasgeboren ukje kan je een nostalgiegevoel niet meer onderdrukken. Ja, het gaat allemaal écht zo snel.
Vond je deze blog leuk? Sluit je dan aan bij meer dan 850 moeders uit Arnhem!