Zwangerschapsdiscriminatie: verhalen over werkgevers zonder empathie deel III
Zwangerschapsdiscriminatie: volgens het College voor de Rechten van de Mens heeft bijna de helft van de zwangere vrouwen hier in meer of mindere mate mee te maken. Zo worden bijvoorbeeld contracten niet verlengd, kunnen zij geen promotie maken of worden zij afgewezen bij sollicitaties. Ook komt het voor dat werkgevers openlijk kritiek hebben op een zwangerschap of ontstaan er problemen bij het opnemen van verlof.
Onlangs heeft het kabinet aangekondigd dat zij samen met maatschappelijke organisaties zwangerschapsdiscriminatie verder willen terugdringen. Naar aanleiding van dit nieuwsbericht hebben we contact gehad met Arnhemse moeders die met zwangerschapsdiscriminatie te maken hebben gehad. Hierover publiceren we een blogreeks. Lees hier deel 1 en deel 2. Dit laatste deel beschrijft het verhaal van Hannah*.
“Helaas reageerde niet alleen mijn werkgever maar ook de rest van mijn werkomgeving heel onprofessioneel en emotioneel op de boodschap dat ik zwanger was. Op zich mag iemand emotioneel reageren maar om dit vervolgens op mij af te reageren is totaal onnodig. Collega’s met een kinderwens maar zonder partner in het bijzonder reageerden behoorlijk fel. Ik wilde na mijn verlof voor 3 dagen terugkomen. Mijn werkgever gaf aan dat dit niet ambitieus genoeg was. Dus toen mijn functioneringsgesprek plaatsvond, kreeg ik te horen dat mijn werk eigenlijk tegen viel en dat ze niet wisten wat ze met mij aan moesten. Dat, terwijl ik tot mijn zwangerschap steeds positieve feedback over mijn werkwijze ontving. Het heeft me veel onnodige stress opgeleverd, ook omdat ik in die tijd niet wist of ik straks nog een inkomen zou hebben.
Gelukkig kon ik dit gevoel omzetten. Met het stijgen van mijn stresslevel, steeg ook mijn productiviteit. Ik werd heel creatief van het risico om ontslagen te worden. Ik kon me over de situatie heen zetten. Ik werkte zelfs prima samen met de collega’s die onprofessioneel hadden gereageerd op mijn nieuws. Een soort van empowerment nam deel van mij. Ik zou ze wel eens bewijzen wat ik waard was! Volgens mij was dit een onbedoeld effect van de woorden van mijn werkgever. Hij heeft nooit bedoeld mij op deze manier te motiveren maar plukte er wel de vruchten van. In de laatste maanden voor mijn verlof heb ik prachtige plannen geschreven en steeg ik boven mezelf uit. Ik ben heel trots op mezelf hoe ik in deze situatie heb gehandeld en hoe ik heb gereageerd op de mensen om mij heen.
Zwangerschapsdiscriminatie is een vorm van onmacht. De personen die mij discrimineerden wisten niet met een veranderende situatie om te gaan. Het bracht nieuwe problemen aan het licht binnen een jonge, snel groeiende organisatie. Het was niet zozeer mijn zwangerschap maar al die problemen die werden afgereageerd.”
*Wegens privacyredenen zijn de namen gefingeerd.